Home is where the Heart(h) is
Het is een zalige gezelligheid: tijdens deze donkere winterdagen knus in de zetel wegzakken met een leuk filmpje en de warme gloed van de kachel die, als het brandend hart van het huis, de kilte wegdrijft. Daar krijgt een mens een écht thuisgevoel van.
Maar die gezellige kachel komt er meestal niet uit zichzelf; ook niet bij ons.
Toen wij ons huis aankochten, was het plaatsen van een kachel of inbouwcassette in principe niet voorzien. De vorige eigenaar had namelijk in de living de schouw al dichtgemaakt en proper afgewerkt.
Op het moment dat we een extra kachel echt overwogen - en voor ons had een gaskachel de voorkeur - waren de meningen verdeeld: zou het de investering waard zijn of een onnodige uitgave?
Tenslotte hadden we al overal centrale verwarming. Om nog niet te spreken over het werk dat erbij kwam kijken om de schouw en de gasleiding in orde te brengen.
"Zonder vuur is een huis niet gezellig," was het verdict van de mama.
Iets waar ik het na wat wikken en wegen toch mee eens was.
Vuur geeft een bepaalde warmte die je met enkel CV niet kan verwezenlijken.
Maar dat overtuigde mijn vriend nog niet.
Hij was in het geheel niet mee met het hele kachelverhaal.
Voor hem was dit "niet nodig" - zoals ook het behang, de kleur op de muren, de luchter in de gang, en kortweg alle decoratieve elementen in het huis 'niet nodig' waren - gezien hij dat zelf nooit had gemist en er CV aanwezig was.
"Anders kom ik niet babysitten" klonk uiteindelijk het ultieme dreigement.
Dus wat anders te doen dan van start te gaan door op elk niveau van het huis gaten in de schouw te kloppen om de schoorsteen te controleren en uit te kuisen.
Zakken vol takjes, pluimen, en plastiekafval - door de jaren heen verzameld door de voormalige gevederde bewoners van de schouw - haalden we eruit.
Toen we zeker waren dat de schoorsteen leeg en brandveilig was, was het tijd om de inox buizen te plaatsen en een flexibele buis langs het dak door de volledige schouw te loodsen.
Daarvoor huurden we voor een dag een hoogtewerker om op het dak te kruipen.
So far so good, totdat de hoogtewerker blokkeerde en mijn vader en moeder hulpeloos vastzaten op zo'n 8 meter hoogte.
"Roeien," weerklonk het aan de hulplijn. "Roeien om de mast manueel naar beneden te krijgen."
Dan komt een gemotiveerde 'schoonzoon' altijd van pas! En die zag het als een kans om zich nog eens uit te leven. Extra training én grappig dus. Maar vooral grappig.
Gelukkig was dat het enige perikel dat zich afspeelde en verliep alles voor de rest vrij vlot.
Het gekke aan het hele verhaal was dat de kachel als eerste in orde was in de living, nog lang vóór dat we er effectief geniet van konden hebben.
Dus terwijl het hele huis er bijna bij lag als een werf, konden we de kachel telkens weer volledig afdekken om deze te beschermen.
Maar áls we dan eens bezoek over de vloer kregen, konden we deze toch al demonstreren - ook al was de ruimte verder ofwel leeg ofwel een stort.
Maar gelukkig is die periode ook gekomen en gegaan.
En mijn vriend zijn tartende "maar-het-is-op-zijn-minst-toch-gezellig-he"-opmerkingen zijn uiteindelijk ook gestopt ...
Toen wij ons huis aankochten, was het plaatsen van een kachel of inbouwcassette in principe niet voorzien. De vorige eigenaar had namelijk in de living de schouw al dichtgemaakt en proper afgewerkt.
Op het moment dat we een extra kachel echt overwogen - en voor ons had een gaskachel de voorkeur - waren de meningen verdeeld: zou het de investering waard zijn of een onnodige uitgave?
Tenslotte hadden we al overal centrale verwarming. Om nog niet te spreken over het werk dat erbij kwam kijken om de schouw en de gasleiding in orde te brengen.
"Zonder vuur is een huis niet gezellig," was het verdict van de mama.
Iets waar ik het na wat wikken en wegen toch mee eens was.
Vuur geeft een bepaalde warmte die je met enkel CV niet kan verwezenlijken.
Maar dat overtuigde mijn vriend nog niet.
Hij was in het geheel niet mee met het hele kachelverhaal.
Voor hem was dit "niet nodig" - zoals ook het behang, de kleur op de muren, de luchter in de gang, en kortweg alle decoratieve elementen in het huis 'niet nodig' waren - gezien hij dat zelf nooit had gemist en er CV aanwezig was.
"Anders kom ik niet babysitten" klonk uiteindelijk het ultieme dreigement.
Dus wat anders te doen dan van start te gaan door op elk niveau van het huis gaten in de schouw te kloppen om de schoorsteen te controleren en uit te kuisen.
Zakken vol takjes, pluimen, en plastiekafval - door de jaren heen verzameld door de voormalige gevederde bewoners van de schouw - haalden we eruit.
Toen we zeker waren dat de schoorsteen leeg en brandveilig was, was het tijd om de inox buizen te plaatsen en een flexibele buis langs het dak door de volledige schouw te loodsen.
Daarvoor huurden we voor een dag een hoogtewerker om op het dak te kruipen.
"Roeien," weerklonk het aan de hulplijn. "Roeien om de mast manueel naar beneden te krijgen."
Dan komt een gemotiveerde 'schoonzoon' altijd van pas! En die zag het als een kans om zich nog eens uit te leven. Extra training én grappig dus. Maar vooral grappig.
Gelukkig was dat het enige perikel dat zich afspeelde en verliep alles voor de rest vrij vlot.
Het gekke aan het hele verhaal was dat de kachel als eerste in orde was in de living, nog lang vóór dat we er effectief geniet van konden hebben.
Dus terwijl het hele huis er bijna bij lag als een werf, konden we de kachel telkens weer volledig afdekken om deze te beschermen.
Maar áls we dan eens bezoek over de vloer kregen, konden we deze toch al demonstreren - ook al was de ruimte verder ofwel leeg ofwel een stort.
Maar gelukkig is die periode ook gekomen en gegaan.
En mijn vriend zijn tartende "maar-het-is-op-zijn-minst-toch-gezellig-he"-opmerkingen zijn uiteindelijk ook gestopt ...
Reacties
Een reactie posten